Santiago de Compostela, een open stad, vol contrasten en bovenal een architectonische stad. De hoofdstad van Galicië, met haar 96.000 inwoners, is een kleine stad die onopgemerkt zou blijven ware het niet voor haar imposante kathedraal, een wereldwijd bedevaartsoord samen met de Sint-Pietersbasiliek in Vaticaanstad in Rome en de Heilig Grafkerk in Jeruzalem.
Miljoenen pelgrims komen jaarlijks naar Santiago de Compostela om het graf van de apostel Jakobus te bezoeken en te omhelzen. De stad draait om het kathedraalgebouw en heet de pelgrim en bezoeker op een gastvrije manier welkom, zodat zij zich thuis voelen.
Het vriendelijke karakter van de mensen, de gastronomie en het culturele aanbod maken van Santiago de Compostela een belangrijke toeristische bestemming, die haar tot een van de belangrijkste steden op de Werelderfgoedlijst in Spanje maakt.
Maar Santiago is meer dan alleen religie, pelgrims en toeristen. Het is avant-garde, architectuur en kunst. De stad is sterk veranderd en heeft zich aangepast aan de nieuwe tijd, een teken van vooruitgang naar de toekomst. Binnen de stadskern zelf kan de bezoeker architectonische werken van totaal verschillende stijlen ontdekken die in harmonie naast elkaar bestaan dankzij het jarenlange goede stedenbouwkundige beleid van de gemeente Santiago.
Een ander groot architectonisch complex dat het referentiepunt van de 21e eeuw voor de stad moet worden, is de Stad van de Cultuur, een werk van de architect Peter Eisenman. Gelegen op de top van een berg, imiteert het de orografie van de stad in de vorm van een sint-jakobsschelp, tevens het symbool van de pelgrim. Maar goed, over dat architectonische complex beloof ik u in volgende bijdragen meer te vertellen, want dat verdient een apart hoofdstuk.